Dit artikel in vier delen gaat over één van de bekendste mensen uit de Tenshin Shoden Katori Shinto ryu, Yoshio Sugino. Sugino was een bijzondere zwaardvechter – of beter: meester in de krijgskunsten – met een bijzonder leven. Een man buiten de schijnwerpers; daar was hij te bescheiden voor. En toch een man met een enorme bekendheid en herkenbaarheid.
Yoshio Sugino
Sugino’s jeugd
Sugino was geboren op 12 december 1904 in het dorpje Narato, in de Chiba prefectuur. Een prefectuur is een soort provincie, beter een ‘bestuurlijk onderdeel’. Japan bestaat uit 47 prefecturen.
De Sugino familie was van oudsher een boerenfamilie. Ze verbouwden gewassen en generaties was het hoofd van de Sugino familie ook het dorpshoofd. Ergens in de Edo-periode (1603-1868) werd daar een titel aan gekoppeld: de familie kreeg het recht om een achternaam te nemen (en koos toen dus voor Sugino) en kreeg het recht om een zwaard te dragen.
Toen Yoshio Sugino nog jong was, verhuisde het gezin naar Tokyo. Sugino was wat ondergemiddeld klein voor zijn leeftijd. Maar dat compenseerde hij met een overdaad aan energie. Op 14 jarige leeftijd, in 1918, begon hij aan de Keio Universiteit. Hij probeerde, naar eigen zeggen, alle clubs en sporten uit, van roeien en pistoolschieten tot kendo, sumo en kyudo. Maar vooral trainde hij judo. Onder Kunisaburo Iizuka, een 8e danner die ook aan de Kodokan les gaf en naar zeggen één van de betere coaches uit die tijd, groeide Sugino snel tot één van de betere judoka. Hij werkte er ook hard voor, trainde ’s ochtends voor school en ’s avonds nog een keer. Hij won wedstrijd na wedstrijd en toernooi na toernooi. Bij zijn zwarte band examen versloeg hij 6 man en slaagde hij “met lof”. Zijn favoriete techniek was de utsuri-goshi, een overname techniek waarbij je van heup moet wisselen tijdens de worp:
Ook urawaza en kaeshiwaza lag hem goed, net als technieken waarbij hij gebruik kon maken van zijn kleine lengte en de onderschatting van zijn tegenstanders.
Sugino was een harde werker. Het is bekend van hem dat hij vijf uur ’s morgens opstond en de dag begon met trainen. Hij stond er ook om bekend dat hij zijn mening wel durfde geven; er is een verhaal dat hij op een gegeven moment met Kano, de oprichter van het judo, een discussie begon over twee judotechnieken. Volgens Kano was dat één techniek, in twee varianten, volgens Sugino waren dat duidelijk twee verschillende technieken!
Eigen dojo
Zijn eerste echte baan was als bankmedewerker, toen hij een jaar of 19 was. Maar daar bleef hij niet lang.
In judo was hij goed en budo trok hem. Wel begon judo aan hem te knagen. Een moeilijk punt was, toen hij meedeed aan een soort wedstrijd, waarbij een man met 3e dan het zou opnemen tegen 5 tegenstanders achter elkaar. Sugino was de eerste. Misschien onderschatte de derde danner de kleine, jonge Sugino. In ieder geval ging hij tegen de vlakte. Toen Sugino de 3e danner met zijn utsuri-goshi tegen de vlakte kreeg, aarzelde de scheidsrechter en kende het punt niet toe. Sugino zette vervolgens een verwurging aan die ook niet werd toegekend, waarna hij de verwurging zo lang doorzette tot zijn tegenstander bewusteloos was. Sugino baalde ervan, dat de wedstrijd hierop uitgemond was, al werd hij gecomplimenteerd met zijn techniek, na de wedstrijd.
Toen hij 22 jaar was, stopte hij bij de bank en opende zijn eigen judo dojo, de Kodokan Judo Shugyojo. In Kawasaki, in de Kanagawa prefectuur, tegen Tokyo aan. Rond die koers haalde hij ook zijn 4e dan. Naast het lesgeven startte hij ook een praktijk als “bottenzetter”; iemand waar mensen naartoe gingen met een botbreuk, maar ook een verzwikte enkel; in die tijd een soort chiropractor, osteopaat en fysiotherapeut inéén.
Het is ook in die periode dat hij trouwde. Helaas overleed zijn vrouw op haar kraambed. Sugino was weduwnaar, met één zoon. Hij is later hertrouwd en met zijn tweede vrouw heeft hij nog vier zonen en twee dochters gekregen. Een gezin met 7 kinderen, dus.
Overigens was het ook in deze periode dat hij zijn kenmerkende baardje voor het eerst liet staan. Als erg jonge leraar gebeurde het hem regelmatig dat er nieuwe mensen zijn dojo in kwamen, die vervolgens vroegen of ze de eigenaar van de school mochten spreken. Een leerling raadde hem aan zijn baard te laten staan, zodat hij er wat volwassener en respectabeler uit zou zien. Zo gezegd, zo gedaan en daarmee werd zijn kenmerkende baardje een feit!
Het was Jigoro Kano zelf, de oprichter van het judo, die Sugino in 1927 liet kennismaken met de Katori Shinto-ryu. Kano vond het belangrijk dat zijn judoka zich breed ontwikkelden en meer trainden dan alleen judo. Het was Kano zelf die de Katori Shinto ryu had benaderd en gevraagd had, om een paar leraren naar Tokyo te sturen. De Katori Shino ryu stuurde vier leraren naar Tokyo. Sugino was toen 23.
Sugino trainde op dat moment ook Yoshin Koryu jujutsu, van Genro Kanaya. Daar was hij een jaar eerder mee begonnen en ook daar heeft hij uiteindelijk een leraar-diploma in gehaald. Die stijl leek nog het meeste, volgens Sugino, op het huidige Tenjin Shinyo-ryu of Kito-ryu Jujutsu. Sugino vond judo teveel sport (daarover volgende keer meer) en daarom was hij met jujutsu begonnen – maar ook nog steeds op zoek.
In 1931 of ’32 maakte Sugino kennis met Morihei Ueshiba en het aikido wat door Ueshiba was opgericht. Hij was diep onder de indruk van Ueshiba’s capaciteiten. Net als Jigoro Kano, die aikido zelfs bij eerste kennismaking “echt judo” noemde! Sugino begon ook aikido hard te trainen. Al in 1935 haalde hij zijn leraar-diploma daarin en begon hij met lesgeven in zijn eigen Aikikai-gelieerde dojo. Naar ik heb begrepen was Sugino pas de tweede leerling van Ueshiba die een aikikai-dojo begon. Morihei Ueshiba kwam persoonlijk iedere maand een keer langs bij de dojo van Sugino om les te geven.
En zo vulde Sugino zijn dagen met lesgeven en demonstraties geven, terwijl de donkere wolken van de oorlog aan de horizon verschenen…
Remco Vrancken