Met een aantal nieuwe leden die in 2021 begonnen zijn, leek het me goed om even terug naar de basis te gaan: het tellen in het Japans. In de les heb je alleen de nummers 1-10 nodig, wanneer je gevraagd wordt om wat te tellen:
Cijfer | Japans | Kanji |
---|---|---|
1 | ichi | 一 |
2 | ni | 二 |
3 | san | 三 |
4 | shi | 四 |
5 | go | 五 |
6 | roku | 六 |
7 | shichi | 七 |
8 | hachi | 八 |
9 | ku | 九 |
10 | ju | 十 |
Japans is een taal. Dus net als alle andere talen zijn er een paar vreemde twists. Zo wordt voor 4 ook vaak “yon” gebruikt en voor 7 “nana”. Omdat “dood” ook als “shi” wordt uitgesproken (maar anders geschreven; 死) wordt vaak de voorkeur aan “yon” gegeven. Vier is een ongeluksgetal in Japan, zoals dertien bij ons. Ook in “shichi”hoor je die “shi” weer, dus is ook “nana” populair. Zeven is overigens wel een geluksgetal in Japan.
Yon en nana lijken wel vaker gebruikt te worden voor een aantal (“ik heb vier jassen”) en shi en shichi bij tellen (“We zijn vier keer naar de film geweest”) wat een verklaring is waarom we toch standaard bij opdrukken, slagen maken en noem maar op, de woorden shi en shichi gebruiken.
Een leuk weetje over Japanse telwoorden
In het Japans komt er nog een woordje achter het telwoord, om aan te duiden wát je telt. Een beetje vergelijkbaar met zoals wij er “-de” achter zetten, als het telwoord bijvoeglijk gebruikt wordt (tweede, vierde).
Voor mensen bijvoorbeeld, worden het achtervoegsel -nin gebruikt. Eén persoon is ひとり (hitori) en twee personen is ふたり (futari), zoals in Futari geiko; tweepersoons-oefening. Alles na twee krijgt die -nin, dus sannin duidt drie mensen aan.
En dan wordt het alleen maar vreemder. Voor lange, dunne objecten wordt -hon erachter gezet, zoals 四本のペン (yon hon no pen, oftewel: vier pennen. Het wordt bijvoorbeeld gebruikt bij pennen en eetstokjes, maar ook voor wegen, rivieren en treinsporen. Allemaal lang en dun.
Bij kleine dingen wordt -ko ( 個 ) erachter gezet. Dat wordt ook gebruikt voor ronde objecten. Bijvoorbeeld “ringo niko”, voor “twee appels”.
En zo heb je nog heel veel andere achtervoegsels. Je hebt er verschillende voor grote dieren (tou) en kleine dieren (hiki) en dan ook weer een aparte voor konijnen en vogels! Ook voor dunne, platte objecten zoals T-shirts en CDs (mai), voor machines en apparaten zoals auto’s, fietsen en wasmachines (dai), voor ingebonden werken zoals boeken en tijdschriften en nog veel meer.
Zo dacht ik dat voor naginata (lang dun object) wel het telwoord -hon zou worden gebruikt, maar nee: een naginata is elipsvormig (in doorsnede) dus daar wordt het telwoord voor elipsvormige objecten voor gebruikt!
Nog ééntje dan
Wat ook bijzonder is aan tellen in het Japans, is dat ze een 10.000-tallig systeem gebruiken, terwijl wij gewend zijn om in duizendtallen te tellen. Na onze duizend gaan we door met tien-duizend, honderd-duizend en daarna krijg je weer een nieuw woord voor een miljoen. In Japan heb je een apart woord voor duizend (sen) en één voor tienduizend (man). Een Japanner zegt dus ook niet “honderdduizend” zoals wij, maar feitelijk tien-tienduizend (ju-man). Een miljoen voor een Japanner is dus honderd-tienduizend (hyaku-man).
Tellen na tien
Het tellen na tien is niet lastig. De Japanners zijn veel consistenter dan veel andere talen. Wij hebben aparte woorden zoals elf en twaalf, een Japanner zegt letterlijk “tien één” en “tien twee” (ju-ichi en ju-ni). Drieëntwintig is ni-ju-san (twee-tien-drie). Honderd is hyaku.
Conclusie
Onthou alleen één t/m tien. De rest heb ik geschreven om een inkijkje in het Japans te geven. Je komt naar de les om budo te leren, niet Japans!
Karel Lammers